
Je vindt de stam van een werkwoord als je -en of -n van het hele werkwoord afhaalt. Wat je overhoudt, is de stam, bijvoorbeeld: fietsen = fiets. Er zijn werkwoorden waarin dit niet klopt: de stam van geloven = gelov ? Neem dan de ik-vorm: geloof.
Gevonden op
https://www.braint.nl/taalgids/werkwoordspelling/stam-werkwoord.html

Je vindt de stam van een werkwoord als je -en of -n van het hele werkwoord afhaalt. Wat je overhoudt, is de stam, bijvoorbeeld: fietsen = fiets. Er zijn werkwoorden waarin dit niet klopt: de stam van geloven = gelov ? Neem dan de ik-vorm: geloof.
Gevonden op
https://www.braint.nl/taalgids/werkwoordspelling/stam-werkwoord.html
Geen exacte overeenkomst gevonden.